Concert:

Klankpracht van de Habsburgers

20 februari 2022 15:00

Tickets verkrijgbaar bij

Barokvioliste Lidewij van der Voort soleert in dit wonderbaarlijk mooie programma. Daarin wordt ze door organist Bart Naessens begeleid op het grote Van Oeckelen-Orgel van de Koepelkerk.

Als je Bibers vioolmuziek hoort, zie je overweldigend goud, fluwelig bordeauxrood en hemelsblauw. In de Dom van Salzburg, waar hij werkzaam was, blijft geen vierkante centimeter ongedecoreerd. Het lijkt wel alsof Biber zijn werkplek verklankt in zijn muziek. De unieke virtuositeit van Biber, en van zijn collega’s Schmelzer en Bertali, is ongeëvenaard. Het dubbelgrepenspel is een majeure technische innovatie. En de scordatura-gewoonte, waarbij snaren opzettelijk worden verstemd, verlegt de grenzen van de vioolklank. Je zou denken dat dit alles onverzoenbaar is met de lieflijke, ongecompliceerde melodieën die deze componisten aan de volksmuziek ontlenen. Niets is minder waar. Virtuositeit en emotionele kracht komen hier samen. Want zo wilde het de keizer, en zijn smaak was leidend. Het manuscript XIV 726 uit het Minorietenklooster in Wenen is een van de omvangrijkste bronnen met 17de-eeuwse instrumentale muziek uit het Habsburgse rijk. Het is een verzameling met meer dan honderd virtuoze vioolsonates, ook van minder bekende componisten als Faber en Vojta. Het gros van de composities is van anoniem gebleven componisten die vermoedelijk in Wenen, Praag of Kremsier werkten. Is dit manuscript het werk van een liefhebber, die de sonates die hij hoorde opschreef? Wist hij de namen van de componisten niet meer? Vast staat dat de samensteller van deze bundel zelf een virtuoos speler moet zijn geweest. Dit solorepertoire heeft een prachtige adem en profiteert van een ruimere akoestiek. Een groot orgel als continuo-instrument wordt dan een evidentie. Orgels waren het standaard begeleidingsinstrument voor kerkmuziek, en deze sonates varen wel bij hun genereuze en kleurrijke ondersteuning. Als violist speel je ook anders. De orgelklank draagt ver, in alle rust, en daar ga je als melodie-instrument in mee op het vlak van projectie, klank en dynamiek. In iedere kerk staat een ander orgel. Iedere keer laten we ons leiden en inspireren door het instrument waar we die dag op spelen. Dat maakt elk concert uniek.